- Maandag Gesloten
- Dinsdag 09:00 - 18:00
- Woensdag 09:00 - 18:00
- Donderdag 09:00 - 18:00
- Vrijdag 09:00 - 18:00
- Zaterdag 08:30 - 14:30
- Zondag Gesloten
2016, de archeoloog Peter de Boer over archeologie in en onder de Eng.
Op dinsdag 15 maart 2016 is in Museum Soest de achtste Englezing gehouden door Drs. Peter de Boer, archeoloog bij de Omgevingsdienst regio Utrecht. Hij nam het publiek mee in de archeologie van de Utrechtse Heuvelrug en aansluitende gebieden.
De laatste jaren zijn veel interessante gegevens ontdekt over onze verre voorouders. Hierin spelen engen (ofwel essen) een grote rol als 'beschermende deken' over de archeologische vindplaatsen.
Ook het verschijnsel eng zelf is onderwerp van onderzoek geweest en heeft ons interessante inzichten gegeven. Peter de Boer gaf een indruk van hoe de gemeenten omgaan met hun bodemschatten en hoe de archeoloog te werk gaat. Aan de hand van enkele mooie vindplaatsen en vondsten uit de laatste jaren nam hij de aanwezigen mee in de ontstaansgeschiedenis van het landschap en de hiermee samenhangende bewoningsgeschiedenis van de mens. Negentig bezoekers woonden de bloemlezing bij over vondsten op en om de Utrechtse Heuvelrug waarvan Soest en de Soester Eng onderdeel uitmaken.
2015, Keunen en Van Meijel, De waardenkaart van Soest
De cultuurhistorische waardenkaart van Soest was het onderwerp van de zevende jaarlijkse Englezing die werd gehouden op 24 maart 2015 in het gemeentehuis van Soest.
Enthousiast geworden door de cultuurhistorische waardenkaart van Soest, die de gemeente heeft laten maken, hadden de Vrienden Soester Eng de opstellers van die kaart bereid gevonden de zevende Englezing te verzorgen.
Vanuit de centrale rol die de Eng in de historie van Soest heeft gespeeld, gaven historisch-geograaf Luuk Keunen en architectuur-historicus Leon van Meijel een overzicht van de ontwikkeling van het Soester landschap en het dorp Soest. Volgens Keunen en Van Meijel is door de stormachtige groei van Soest weinig meer te herkennen van de samenhang van het vroegere landschap en het grondgebruik. ‘Dat is jammer, omdat Soest zijn ruimtelijke kwaliteit toch in grote mate ontleent aan het krachtige beeld van het landschap’.
Een andere stelling die de drie sprekers in discussie brachten is dat de Soestereng nu ‘geïsoleerd en introvert’ is. Er zou gezocht moeten worden naar kansen om de Eng beter te verweven met de hele omgeving. De Eng moet ‘beleefbaarder en zichtbaarder’ worden gemaakt. Bij het maken van plannen zouden fouten uit het verleden moeten worden hersteld.
De lezing werd door 65 mensen bezocht, onder anderen door de wethouders Pijnenborg en Van Berkel.
Na afloop werd bijgaande foto gemaakt: Vlnr. Piet Huisman, Pieter Augustinus (voorzitter van de Vrienden Soester Eng), de beide sprekers Luuk Keunen en Leon van Meijel met een ingelijst gedicht over de Eng, Kees Waagmeester, Henk Korten en Dirk de Wit.
2014, Theo van Riet Paap: Doesburger Eng bij Ede
Op dinsdag 20 mei 2014 is in De Rank in Soest de zesde jaarlijkse Englezing gehouden, verzorgd door Theo van Riet Paap, zeer betrokken bij de Doesburger Eng, onder de titel ‘Ervaringen met de Doesburger Eng’
Deze eng, ten noorden van de gemeente Ede, is een van de meest gave flankessen van Nederland. Het overwegend open terrein staat steeds meer onder druk van verstedelijking. Net als de Soester Eng heeft de Doesburger Eng, die meer dan drie keer zo groot is als de Soester Eng, een werkende molen.
De boeren van de Doesburger Eng, de Wageningse Eng en de Boerderij Kreel op de Ginkelse Hei besloten tot vrijwillige afstemming bij de teelt en de bewerking van hoogwaardige brouwgerst. De initiatiefnemers streven naar een historisch verantwoorde vervanging van maïs door gerst (landschappelijke verfraaiing en het herstel en behoud van open zichtlijnen) voor de productie van mout. Hieruit moet lokaal bier worden gebrouwen en als streekproduct worden verkocht.
2013, Wim de Kam: Historisch onderzoek nodig
We weten nog zo weinig van de cultuurhistorische ontwikkeling van de engen in Utrecht en het Gooi, waarvan de Soester Eng een van de mooiste voorbeelden is, dat een groot onderzoek op z’n plaats is. Dit pleidooi deed Wim de Kam, kenner van de Soester historie, in de zeer druk bezochte vijfde Soester Englezing op dinsdag 26 februari 2013 in de Molenaarskamer onder molen De Windhond.
Hij verwees daarbij naar een vergelijkbaar onderzoek dat uitmondde in een prachtig boek over het Drentse essenlandschap. Wat in Drenthe een es heet en elders een enk, heet in onze contreien een eng. De Stichting Vrienden Soester Eng, die de jaarlijkse Englezing organiseert, zou volgens De Kam overheden en andere instellingen moeten benaderen om het onderzoek te laten doen door de universiteiten van Wageningen, Amsterdam en Utrecht en de Rijksdienst voor cultureel erfgoed te Amersfoort.
Het landschap van de Soester Eng is door de eeuwen heen voortdurend veranderd. Met en zonder torens, met en zonder molens, met en zonder uitgebreide bossen aan de horizon. Het huidige landschap van de zuidelijke Eng is in hoofdzaak ontstaan in het laatste kwart van de negentiende eeuw en het eerste kwart van de 20e eeuw met de aanleg van de spoorweg en de bebouwing langs de oude Molenweg. Aan de randen hebben daarna nog veel veranderingen van de horizon plaatsgevonden.
Een lezing over de historie van de Eng is eigenlijk een lezing over de historie van Soest. Want de Eng heeft altijd een heel centrale en gezichtsbepalende rol vervuld. Eeuwenland weidden boeren hun vee in de Eempolder en verbouwden hun graan op de Eng. Soest is een origineel Brinkdorp dat ten onrechte zo niet wordt genoemd. Brink betekent rand (in het Engels nog in gebruik). Het beeld en daarmee het spraakgebruik dat een brink in het centrum van een dorp ligt, is later ontstaan. De Kam pleitte ervoor erg zuinig te zijn op de nog herkenbare opgangen tussen Brink en Eng. Door midden van borden zou daarover op die plekken voorlichting kunnen worden gegeven.
Voor de gehele lezing, klik hier.
2012, Simon van Klinken: Duizend jaar akkerbouw op de Eng
Op woensdagavond 22 februari 2012 hield in de Molenaarskamer Simon Klingen de vierde Englezing over het thema ‘duizend jaar akkerbouw op de Soester Eng en op andere engen op de Utrechtse Heuvelrug’.
Simon Klingen is adviseur op het gebied van bosbeheer, is medewerker bij het Utrechts Landschap en geeft cursussen aan natuurbeheerders. Onder het motto “kennis draagt bij aan het genieten” vertelde hij in een levendige presentatie over het ontstaan van de engen op de Utrechtse Heuvelrug.
In vroeger tijden werden heideplaggen in de potstallen gebracht en daar vermengd met schapenmest. Dit mengsel werd eeuwenlang met de kruiwagen uitgereden op de hoge gebieden (de engen) waardoor daar akkerbouw mogelijk was. Zo ontstonden de enkeerdgronden; op de Soester Eng is die laag zo’n 50 tot 80 cm dik.
De komst van kunstmest aan het einde van de 19e eeuw maakte een einde aan het eeuwenoude potstalsysteem en daardoor veranderde ook het landschap. Op de hoge gronden werden bossen aangeplant of de engen verdwenen onder nieuwbouwwijken en villadorpen.
2011, Henk Baas: Verder met het verleden
Kenmerkend voor het Nederlandse landschap is dat het door menselijk denken en handelen is bepaald. Ook historisch cultureel landschap is altijd in ontwikkeling. Aldus Henk Baas, hoofd Landschap van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in de derde Soester Englezing op donderdagavond 31 maart 2011.
De mate van verandering van het landschap is nooit zo groot geweest als juist nu, sinds de tweede helft van de vorige eeuw.Mensen hebben behoefte aan wortels en binding met hun omgeving wat zich uit in een verlangen naar historische authenticiteit. Bij de Soester Eng is daarvan duidelijk sprake. Maar is ook verlangen naar groei en vrijheid; vooruitgang en welvaart stellen ook hun eisen. Dat leidt tot een dilemma. Kunstmatig in stand houden van het landschap wordt gewaardeerd vanuit recreatief en toeristisch oogpunt. Maar kunstmatig in stand houden van het bestaande is niet altijd verenigbaar met een levend landschap.
Door zuinig te zijn op ons cultureel erfgoed investeren we in de ontwikkeling en versterking van identiteit, kennis, woongenot, vestigingsklimaat en toeristisch potentieel. Om het landschap levend te houden moeten er steeds nieuwe gebruiksmogelijkheden worden gezocht om oude landschappen (en dat geldt ook voor monumentale gebouwen) te bewaren.
Vandaar de boodschap van Henk Baas: cultuurhistorisch beheer vergt onderzoek, het kiezen van doelstellingen en het kiezen van een strategie. Voor het behoud van cultuurhistorische objecten zoals de Eng staat een hard instrumentarium ter beschikking in de vorm van wetten en bepalingen. Het bestemmingsplan is in de huidige Nederlandse wetgeving het belangrijkste instrument. Maar ook belangrijk is het zachte instrumentarium in de vorm van het stimuleren van de betrokkenheid van de bevolking bij cultuurhistorische gebieden als de Soester Eng, bijvoorbeeld door middel van festiviteiten en doe-dagen.
2010, Tom Bade: De baten van de Eng
Tom Bade, bekend van publicaties waarin hij natuur en economie met elkaar verbindt, verzorgde de tweede jaarlijkse Englezing op donderdag 25 maart in de Molenaarskamer.
Bij het streven de Eng te behouden en te verbeteren is de Stichting Vrienden Soester Eng over het algemeen terughoudend om daarin de economische waarde van de Eng te betrekken. De Stichting benadrukt liever landschappelijke en cultuurhistorische waarden.
Maar Tom Bade betrekt de economie er bewust wel bij. Hij is directeur van Kenniscentrum Triple E (Economy, Ecology, Experience) en houdt zich bezig met de baten van natuur en landschap en in toenemende mate ook cultureel erfgoed. Het gaat in het verhaal van Bade niet zozeer om het vaststellen van de 'waarde' van landschap en cultureel erfgoed als zodanig. Het gaat hem om de daadwerkelijke geldstromen die gepaard gaan met het behoud van onze waardevolle natuurgebieden, landschappen en het waardevolle erfgoed.Deze geldstromen (omgezet in bijvoorbeeld een hogere huizenwaarde in groene gebieden) zijn aanzienlijk. Het probleem is echter dat van deze baten weinig tot niets ten goede komt aan bescherming en beheer van al deze waardevolle gebieden.
2009, Jan Huijgen: nieuwe vensters op de Soester Eng
Op donderdag 26 maart hield boer en filosoof Jan Huijgen van de Eemlandhoeve teBunschoten de eerste Soester Englezing getiteld ‘Nieuwe vensters op de Soester Eng’. Hij ging in op de kwaliteit en identiteit van de Soester Eng en vooral op de vraag hoe die kunnen worden meegenomen in het Nationaal Landschap.
Huijgen is ooit als klassiek boer begonnen en heeft zijn Eemlandhoeve te Bunschoten tot een regionaal innovatiecentrum ontwikkeld waarin stad en platteland elkaar ontmoeten. In 2007 werd hem daarvoor de internationale Mansholtprijs toegekend – een erkenning van zijn inspanningen op het gebied van plattelandsvernieuwing.,
Onderdelen uit de voordracht van Huijgen worden toegelicht door Kees de Heer van de Eemlandhoeve die iets vertelt over ‘Brillen van het landschap’ en Michel van Barneveld die ingaat op ‘Smaakproducten op de Eng’.